Ik lees vlug nog even de dreigende uitnodigingsmail voor de stilte dag met Tijn Touber die wordt afgesloten met de onheilspellende ‘stille groet’, van Willy en John, de gastvrouw en heer van kasteel Gronsveld. Dan leg ik mijn mobiele telefoon in het dashboardkastje van de auto. Ik neem alleen mijn schriftje en een pen mee, het voelt als halfnaakt. We lopen over de oprijlaan van het kasteel. In de prachtig ingerichte ruimte met de misleidende naam ‘kasteelruïne’ worden we ontvangen door Willy en John. Een voor een druppelen de twintig deelnemers binnen. Op het laatst Tijn zelf, een kwieke vijftiger. Eind jaren tachtig richtte hij de succesvolle popgroep Lois Lane op dat met hun debuutalbum de eerste plaats van de album top honderd bereikte. Als student was ik een bewonderaar, hetgeen vandaag nog specialer maakt. Echter Tijn zegt het snelle succes, de seks-drugs-en rock & roll- vaarwel op zoek naar iets anders. Het begin van een lang spiritueel avontuur met onder andere vele reizen door Azië is begonnen en mondt jaren later onder meer uit in zes succesvolle boeken over innerlijke avonturen.
Bij de aftrap geeft Tijn ons drie handvatten mee om de dag door te komen, mocht je overmand worden door de lange stilte die voor ons ligt:
1) diep ademhalen
2) distantiëren van je gedachten en emoties. In het Engels detachement. ‘Glimlach naar ze, doorzie ze, je bent ze niet’. ‘Zoals je ook je auto niet bent’, aldus Tijn.
3) het omarmen van je emoties. ‘Loslaten hoeft niet’. ‘Hoe meer je ze probeert los te laten, des te meer houd je ze vast’, vervolgt de wijze begeleider.
De combinatie van punt twee en drie spreekt me aan: afstand nemen en compassie voor de eindeloze gesprekken met jezelf.
Dan slaat Tijn op de gong, het teken dat we vanaf nu niet meer mogen praten.
Hoe ervaar ik de acht en half uur ‘niet praten’ die volgt?
Eerst maak ik een lange wandeling in de gigantische tuin rondom het kasteel. Na een tijdje bespeur ik de behoefte aan eenzaamheid. Ik wil weg van de anderen, wil niemand zien, wil niet door andermans prikkels worden afgeleid. Ik kijk naar eeuwenoude bomen, nee ik zie eeuwenoude bomen. Ik raak ze zelfs aan. Bijzonder, voor iemand die allesbehalve een natuurliefhebber is. Dan stop ik alleen op een plek waar de zonnestralen me vol raken. Sta er een hele poos, het voelt verrukkelijk, als een warm bad waar je alsmaar niet wil uitstappen. Ik hoef niets te doen.
Langzaam slenter ik nu richting kasteel en ga naar binnen. Met vertraagde pas ga ik binnen op verkenning. Ik loop over de oude houten vloer, bekijk de schilderijen aan de muur en neem de antieke meubels in me op. Ik vind een zachte bank op de eerste verdieping en ga erop zitten. Na een poosje ga ik zelfs liggen, lig er een half uur, vijfenveertig minuten, een uur. Hoelang is het geleden dat ik overdag een uur niets doend, nietszeggend op de bank heb gelegen? Deze stilte is als een sauna voor de geest.
Dan terug naar de kasteelruïne waar Tijn middels een korte masterclass op rustgevende toon meer tekst en uitleg geeft over ons innerlijk avontuur. De meesten komen onthaast en rustig binnen.
Dat vertragen wil ik vasthouden, dat voelt goed.
‘Je hoeft niet zoveel te rennen en te zoeken’, zegt Tijn.
‘Vaak weet je al wat je moet doen, heb je de emotionele beslissing al genomen’. Je moet alleen weer naar jezelf leren luisteren. Dat doe je in stilte.
Later zit ik alleen op het dakterras van het kasteel. Plotsklaps komt Ewout naast me zitten. Ik schrik, wat komt hij doen? Hij wil toch niet met me praten? Snel ga ik weg, hem in verbijstering achterlatend. Ik verlang terug naar de eenzaamheid.
’s Avonds in stilte met elkaar dineren. Al snel zie ik dat Ewout nu de benen neemt. Dit vindt hij vreselijk, aan een lange tafel eten zonder te praten, zoals hij me achteraf bekent.
Van een andere mannelijke deelnemer hoor ik achteraf dat hij alleen in een kamer minutenlang met zijn ogendicht zit. Plotsklaps doet hij ze weer open en kijkt dan recht in de ogen van een vrouw. Het in elkaars ogen staren duurt eindeloos, is intens, en voelt intiem. Hij weet zich uiteindelijk los te rukken van haar blik en vlucht verward de kamer uit.
Heb ik nog een belangrijke beslissing genomen tijdens de stille dag?
Als ik naar huis ga, weet ik wat ik tegen mijn vrouw wil zeggen, datgene wat ik haar ten diepste gun.
De mystieke magische kracht van de stilte. ‘Je gaat er steeds meer naar verlangen’, besluit Tijn. Ik kan het bevestigen.
Stille Groet,
André Wouters