Moet moet, door Frans Klavora

Frans Klavora. Ervaren management consultant. Socioloog. Oprecht mens. Mentor voor ons. We zijn blij dat hij bereid is zijn kijk op moed met ons te delen.  – André & Ewout

Psychologen zijn het maar zelden met elkaar eens, behalve wanneer het gaat over de vraag welke emotie de belangrijkste is voor de mens: angst! Ze heeft de mensheid in het verleden geholpen zich te handhaven in barre tijden en helpt de moderne mens alert te zijn op gevaren in onze snel veranderende maatschappij. Met andere woorden: we zijn angstige wezens die zich bewegen in een onzekere wereld.

Het lijkt moeilijk te geloven. Als we om ons heen kijken zien we jonge vrouwen hun eigengereide zelfbewustheid uitstralen, mannen met brede schouders hun stoere mannelijkheid tonen, burgers op radio en tv welbespraakt hun zegje doen, en alleman die in sociale media laat zien hoe geweldig hij wel niet is! We leven toch in de tijd van de geïndividualiseerde, zelfstandige burger die weet wat er in het leven te koop is en die weet hoe hij, of zij, zich dat weet toe te eigenen! Dat is toch de richting waarin de mensheid zich al eeuwen heeft ontwikkeld. En dan zouden we nog steeds die zielige wezens zijn die zich angstig voortbewegen in een wereld vol onzekerheden? Zo erg zal het toch niet zijn? Niet zo erg misschien, maar toch zeker wel met een harde kern van waarheid. Alleen dan in een wat moderner jasje.

Om die moderne jas te illustreren maak ik hier een stap naar mijn ervaringen als consultant in grote industriële organisaties. Daar heb ik het genoegen gehad met vele talentvolle, zeer goed opgeleide, jonge mensen te mogen werken. Mijn opdracht was de aanwezige talenten versneld tot ontwikkeling te brengen. In dat proces kwamen de onzekerheden, de angsten, in volle omvang op tafel. Zoveel talent en toch ook zoveel onzekerheid: kan ik voldoen aan de verwachtingen van mijn baas, van mijn collega’s en niet te vergeten van mezelf?

Door ervaring rijk geworden, ben ik deze twijfel en onzekerheid gaan zien als de meest belangrijke bron voor een blokkerende, of te trage, ontwikkeling. Deze gedachte bleek een vruchtbare basis te zijn voor mijn werk, ik heb er veel gebruik van mogen maken. In een paar korte streken geef ik hier een schets van mijn werkwijze, steunend op mijn ideeën over angst en onzekerheid.

In eerste instantie was het natuurlijk nodig vertrouwen te winnen. Zonder vertrouwen presenteren we ons aan elkaar met de buitenkant: kijk eens wie ik ben, hoe sterk, wat ik kan, hoe goed ik weet wat ik wil! Als je daar doorheen weet te prikken mag je meekijken naar de binnenkant, naar wat zich daar afspeelt, naar de vragen en onzekerheden. Het is niet alleen boeiend dat palet te mogen zien, maar ook te merken dat vrijwel niemand, ooit, tot die binnenkant wordt toegelaten. Ze is zelfs vaak gesloten gebleven voor de meest intieme vrienden. Wat zou dit overigens betekenen voor de wijze waarop we onze angsten ervaren? Schaamte, denk ik.

Eenmaal binnengetreden tot de wereld van persoonlijke onzekerheden kun je (samen) een deur openen die toegang geeft tot een zee van mogelijkheden. Probleem is echter dat de mogelijkheden er weliswaar zijn, maar dat daarmee de onzekerheden nog niet zijn verdwenen. Voor het overwinnen daarvan is moed en durf nodig. Mijn methode bestond eenvoudig uit: stap voor stap, kleine experimenten, kleine successen, en vooral veel bevestiging. Hoewel vaak succesvol, gaat het proces meestal toch minder snel dan je als buitenstaander zou verwachten. Angsten en onzekerheden zijn robuuste tegenstanders, en er is heel wat moed en doorzettingsvermogen nodig om ze te overwinnen.

Ik kan alleen maar bevestigen dat psychogen angst, zeer terecht, zien als de belangrijkste emotie die wij mensen met elkaar delen. Dat geldt voor mij, voor de lezer van dit stukje en (vrijwel) alle andere mensen om ons heen.

Schets ik hiermee een te somber beeld van de mensheid? Ik denk van niet, het is meer de erkenning van een gegeven. Een gegeven dat echter ook nieuwe wegen opent. Om die succesvol te betreden is wel moed en durf nodig. En soms een beetje hulp.

Frans Klavora