In mineur loopt iedereen de ruimte uit. Een uur voor het einde werd het écht spannend. Na een dag eromheen draaien besloot Piet zich uit te spreken. Hij was het zat. Als ik onze samenwerking nu een cijfer moet geven zou het een nul zijn. Wat een geklets. We willen maar doen zonder dat we echt richting hebben gekozen. Als een kip zonder kop kakelen we maar wat rond. Niemand die echt luistert. Niemand die echt verantwoordelijkheid neemt.
In de auto hiernaartoe zei ik nog tegen André: “Ik hoop dat Piet de durf heeft te zeggen wat hem dwars zit.”
Een dag later krijg ik een telefoontje van een van de teamleden. Het team was ’s avonds nog wat gaan eten. Er was nog veel gesproken over het einde van de workshop. Zij had er ‘mixed feelings’ aan over gehouden. Het voelde als een fijne dag met een onbevredigend einde. Niet echt het ‘happy end’ waarmee je een teamdag hoopt af te sluiten. Wat wil je ermee doen?, vraag ik haar. Ik ga een paar mensen opzoeken om te peilen hoe zij er nu inzitten en hoe ze verder willen. Fijn, zeg ik.
Rond het middaguur krijg ik een e-mail van een ander teamlid. De e-mail is gericht aan het voltallige team met ons op de cc. Het is een samenvatting van de gesprekken die zij die dag met elkaar gevoerd hebben. Er staat in wat ze de komende periode willen gaan bereiken en hoe ze met elkaar om willen gaan. Een kleine lach kan ik niet onderdrukken.
’s Avonds belt de manager. Ik ben niet ontevreden met de teamdag. Het einde voelde niet goed. De dag daarna kwam wel van alles in beweging. Mensen zochten elkaar op, bespraken de gezamenlijke ambities en namen verantwoordelijkheid. Daar ben ik blij om. Opnieuw ontspringt een kleine lach op mijn gezicht al werd ook deze voorafgegaan door de spanning van twijfel.
Tijdens de workshop kozen wij ervoor het team niet bij de hand te nemen maar te laten ‘aanmodderen’ tot zij zelf een echte doorbraak realiseerden. Het leidde bij het team niet tot echte blijdschap aan het einde van de workshop maar wel tot inzicht, actie en een goed gevoel de dag daarna. Slecht is soms beter.
Ewout Boogaard